Direct naar artikelinhoud
Interview

Broers Dolf en Jim Jansen maakten een boekje over vrouwelijke wetenschappers: ‘Er mag geschaterd worden’

Jim (l) en Dolf Jansen. ‘Dit boek is voor mensen die een beetje willen snoepen van de wetenschap.’Beeld Chris en Marjan

Na de bundels CoronA tot Zhttps://libris.nl/boek?authortitle=jim-jansen-dolf-jansen/corona-tot-z--9789464040531en DNA tot Zhttps://libris.nl/boek?authortitle=jim-jansen-dolf-jansen/dna-tot-z--9789464040968maakten de broers Jansen opnieuw een boekje over wetenschap: PromovendA tot Z. Aan het woord 26 vrouwen over hun vakgebied. Jim (51), hoofdredacteur van het populairwetenschappelijke tijdschrift New Scientist, deed de interviews, cabaretier Dolf (59) gaf op elk stuk commentaar in de vorm van een column.

Zo’n abc, is dat niet een beetje oubollig?

Dolf: “Heel erg.”

Meer iets voor familiereünies.

Dolf: “Dat klopt, maar daar komen wij dus nooit. Wij doen geen reünies, geen bruiloften en liever ook geen crematies. Het grote gemis van een familiegevoel lossen wij op door ons eigen abc te maken.”

Jim: “Ik vind het dus fantastisch. Op 4 juli 2012 werd het higgs-deeltje ontdekt…”

Dolf: “Dat weet ik nog.”

Jim: “Drie weken later lag bij onze uitgeverij een boekje van Govert Schilling: een elementair abc over een elementair deeltje. Een prachtig concept, afgebakend en helder. Wij maken met zijn tweeën twee keer 26 stukjes. Voorwoord erbij en klaar zijn we.”

Dolf: “Je kunt ook een boekje maken met 25 wetenschappers. Waarom dan geen 34? We hebben nu eenmaal dat alfabet, dus doe er dan ook iets mee. ”

Waarom hebben jullie deze keer gekozen voor vrouwelijke wetenschappers?

Jim: “We zochten weer een woord dat eindigde met een A. Toen kwam iemand met het idee: promovendA.”

Dat klinkt nogal opportunistisch.

Dolf: “Hebben we hier nou een journalist met een mening?”

Jim: “Ze zijn allemaal geselecteerd op kwaliteit.”

Dolf: “Op kwaliteit en geslachtsdeel.”

Jim: “Het zijn 25 vrouwen en één non-binair persoon. Ik vond het wel een goed statement. Er gaan tegenwoordig meer meisjes dan jongens naar de universiteit, er promoveren meer vrouwen dan mannen, maar daarna stokt het. Het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nederland is schandalig laag: iets meer dan 25 procent.”

Dolf: “Dat is bizar. Ik wist niet eens dat er zulke grote verschillen zijn in de top van de wetenschap.”

Jim: “De wetenschap wordt nog steeds gedomineerd door mannen. Dan kun je wel zeggen: dat interesseert me niks. Maar mij interesseert dat dus wel. Bij mijn werk voor New Scientist, maar ook bij Lowlands of het Gala van de Wetenschap zeg ik altijd: minimaal vijftig procent vrouwen. En het liefst ook nog een paar jongeren erbij.”

Vonden jullie het niet ongemakkelijk: twee mannen die louter over vrouwen schrijven?

Jim: “Als Dolf mijn zus was geweest, had ik het met mijn zus geschreven.”

Dolf: “Ik was gevraagd om de biografie van Amalia te schrijven. Toen heb tegen Claudia de Breij gezegd: als jij die nou doet, dan doe ik deze. Dat is gewoon een verdeling die Claudia en ik hebben afgesproken.”

Bestaat er een vrouwelijke visie op wetenschap?

Jim: “Wetenschap gaat over waarheidsvinding, dat is voor iedereen hetzelfde. Misschien hebben vrouwen iets minder last van haantjesgedrag. Het waren ontspannen gesprekken. En niemand die zei: ik moet er per se in.”

Dolf: “Ik zit niet in de wetenschap, maar op andere plekken merk ik dat er een andere sfeer ontstaat als er meer vrouwen werken. Als je wil weten hoe het staat met de teamintelligentie in een organisatie, moet je gewoon kijken hoeveel vrouwen er rondlopen.”

Bij talkshows wordt geklaagd dat vrouwelijke experts niet willen komen.

Jim: “Bij ons stonden ze in de rij.”

Dolf: “Ik zit zelf ook nog weleens aan zo’n tafel. Dan zit je naast zo’n BN’er die niemand kent en moet je overal iets over zeggen. Mannen hebben daar minder moeite mee. Die denken: fuck you, ik ga daar gewoon zitten voor mijn zichtbaarheid. Ik kan me heel goed voorstellen dat de vrouwen uit ons boek denken: dan ben ik liever een avondje thuis. Uit eigen ervaring kan ik zeggen: dat is in de meeste gevallen een goede beslissing.”

Hoe hebben jullie de wetenschappers geselecteerd?

Jim: “Na de eerste volgt de tweede. Het is deels toeval. Ik begin de dag altijd zwemmend. Om half zeven lig ik in het koude water en daarna ga ik koffie drinken op de Middenweg. Zegt de barista: daar zit mijn moeder, die is hoogleraar in alternatieve geneeswijzen. Heb ik meteen een afspraak mee gemaakt.”

Dolf: “Voor mij is het leuke van dit project dat ik een keer niet alles zelf hoef te verzinnen. Ik word elke keer verrast door het onderwerp en de inhoud.”

Jim: “Ik sla de bal over het net en Dolf slaat hem terug.”

Hoe werkt dat dan?

Jim: “Ik maak een interview.”

Dolf: “En ik lees dat een keer door en ram er in een halfuur een column uit. Er is altijd een haakje, maar ik ga me niet verdiepen in het onderwerp. Er zijn ook best veel onderwerpen waar ik helemaal niets van begrijp.”

Jim: “Botsende dubbelsterren.”

Dolf: “Nieuwe deeltjes, oude deeltjes, maakt niet uit. Wat ik doe is comic relief: een andere manier van kijken door gebruik van humor. Niet vanuit een wetenschappelijke achtergrond, maar vanuit nieuwsgierigheid of volstrekte onwetendheid. Ik laat zien dat er ook best het een en ander te lachen valt in de wetenschap. En ik loop te koop met een behoorlijk gebrek aan kennis. Dat is altijd leuk.”

Jim: “Bij de eerste bundel wilde ik 26 wetenschappers en 26 cabaretiers vragen, totdat ik dacht: shit, ik heb er een in de familie.”

Dolf: “Jij wilde cabaretiers vragen en ik riep: dat is een heel slecht idee, want ik ken ze. Het is niet te doen. Het zijn geen leuke mensen en ze houden zich ook nooit aan afspraken.”

Waar schuilt jullie fascinatie met de wetenschap in?

Jim: “In ons boek vertelt Lisanne Baak over stamcelonderzoek. Dat kan levens van kinderen redden. Yvonne Kerkhof ontwikkelt een app voor mensen met dementie, zodat ze een waardig bestaan kunnen hebben. Zo’n onderzoek naar alternatieve geneeswijzen: het lost de kanker niet op, maar als jij aan de chemo zit en door yoga of reiki iets minder buikpijn hebt, zorgt dat voor een aangenamer leven. Ik vind het een voorrecht om dagelijks met mensen te communiceren die veel intelligenter zijn dan ik.”

Dolf: “Jij communiceert toch alleen maar met mensen die intelligenter zijn?”

Jim: “Dat is waar.”

Dolf: “Wetenschap wordt in twijfel getrokken, wetenschappers worden aangevallen, letterlijk en figuurlijk. De politiek misbruikt wetenschap om maar geen beleid te hoeven voeren. Dat zijn thema’s die raken aan mijn werk als satiricus. Het succes van populisme is dat je eerst de feiten bestrijdt en daarna met de oplossingen komt.”

Het idee: wetenschap is ook maar een mening?

Jim: “Als je maar een nano-idee hebt hoeveel tijd en hoeveel levens het kost om tot bepaalde uitvindingen te komen, zeg je zoiets niet. Dat idee bestaat ook maar bij een heel kleine groep.”

Dolf: “Maar wel een luide groep.”

Jim: “Ik erger me er dood aan. Ik ga de discussie ook niet meer aan, want het interesseert me niet. Als je corona wilt ontkennen, ga lekker je gang.”

Dolf: “Het probleem is dat dat dit soort stemmen worden rondgepompt op de televisie en in een grote ochtendkrant. Voor je het weet is het helemaal prima om dit soort mensen aan tafel te noden. Je ziet het ook bij racistische uitingen. Dat mag kennelijk weer. Maar racisme is geen mening, seksisme is geen mening en wetenschapsontkenning is geen mening. Het is gewoon fout gedrag, dat ergens in de krochten van je geest is ontstaan.”

Broers Dolf en Jim Jansen maakten een boekje over vrouwelijke wetenschappers: ‘Er mag geschaterd worden’

Wie gaan jullie boek lezen?

Jim: “Mensen die een beetje willen snoepen van de wetenschap.”

Dolf: “Niet onze oudste broer. Die werkt bij het Centrum Wiskunde & Informatica.”

Jim: “Die zegt altijd: net als het interessant wordt, stoppen jullie met schrijven.”

Dolf: “Zo gaat dat in onze familie. Ze weten nog net dat ik een hardloper ben. Daar houdt de kennis ongeveer op. We hebben nog een broer, die zit in het geld. Niemand die weet wat hij precies doet.”

Jim: “Hij is heel rijk.”

Dolf: “Van Henk lenen we altijd geld.”

Jim: “Maar verder hebben we een heel goede band.”

Dolf: “Er mag geschaterd worden. Hier, ik lees even een stukje uit een van mijn columns: ‘Aan de hand van lichte tintelingen in zijn tepels wist oom Arie de Europacup­overwinningen van Ajax in 1971, 1972 en 1973 te voorspellen.’ Dat staat er gewoon. Goed boekje, man.”

Dolf Jansen en Jim Jansen: PromovendA tot Z, Fontaine Uitgevers, €12,50.