De Nederlandse politie is een samenwerkingsproject aangegaan met twee universiteiten, een hogeschool en het CWI om snel gegevens op in beslag genomen smartphones te kunnen analyseren. Het project draagt de naam 'Politielab'.
Trouw schrijft dat het project een rechercheur in staat moet stellen om 'met de druk op een knop een samenvatting krijgen van wat er interessant kan zijn van alle in beslag genomen apparaten'. Zo moet de software onderlinge verbanden en patronen vast kunnen stellen in de gegevens, waaronder foto's, berichten en locatiegegevens. Als foto's op twee apparaten op dezelfde locatie zijn genomen, kan dat bijvoorbeeld betekenen dat verdachten beiden op die locatie aanwezig waren, aldus de krant. De vaststelling van de locatie kan onder andere plaatsvinden aan de hand van objectherkenning.
Theo van der Plas, programmadirecteur digitalisering en cybercrime van de politie, zegt dat het systeem nodig is om de grote hoeveelheden gegevens in strafrechtelijke onderzoeken te verwerken. Hij verwacht dat het systeem verbanden aan het licht brengt die de politie eerder niet heeft ontdekt. Hij spreekt verder van een 'wapenwedloop' tussen criminelen en de politie, doordat zij verschillende communicatiemiddelen en encryptie gebruiken. Het systeem zou niet in staat zijn om versleutelde inhoud terug te halen.
De data-analyse moet volgens Van der Plas alleen gericht en met relevante gegevens plaatsvinden. De Hoge Raad heeft onlangs bepaald dat de politie niet zomaar alle gegevens op de smartphone van een verdachte mag uitlezen. Dat mag alleen voor zover het een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer met zich meebrengt, bijvoorbeeld doordat maar weinig gegevens worden onderzocht. Omdat de wet weinig specifieks voorschrijft voor het doorzoeken van een smartphone, werkt de minister aan een wettelijke regeling.