Het CWI, de UvA en de VU hebben samen een onderzoekscentrum opgezet dat zich richt op kwantumsoftware. Het centrum krijgt de naam QuSoft en is een aanvulling op het al bestaande QuTech in Delft dat zich concentreert op het ontwikkelen van kwantumhardware.
Het onderzoekscentrum wordt donderdag 3 december officieel geopend en is het geesteskind van professor Harry Buhrman. Het doel is om nieuwe protocollen, algoritmes en toepassingen te ontwikkelen voor kleine en middelgrote prototypen kwantumcomputers. Buhrman legt uit waarom het zo belangrijk is nu te beginnen met het ontwikkelen van kwantumsoftware. Daarvoor grijpt hij terug naar de jaren zestig, toen de gewone computer gebouwd werd. "Er was toen heel veel aandacht voor de hardware, maar er was niet duidelijk wat je met dat ding kon doen, terwijl het de software is die ervoor zorgde dat het ding zo populair geworden is", zegt Buhrman.
Volgens hem moet de software een belangrijkere rol krijgen. "Bij de kwantumcomputer ligt de focus hoofdzakelijk op het bouwen van de qubits, maar de software is een beetje verwaarloosd, terwijl dat minstens zo'n belangrijke opgave is. We weten er te weinig over. We weten dat de kwantumcomputer sneller is in het kraken van codes en het zoeken in databases. Ook hebben we het gevoel dat we de natuur om ons heen kunnen simuleren. We zitten nu rond de negen of tien qubits. Binnen een aantal jaar zullen we rond de vijftig qubits zitten. Dat betekent dat het 250 stappen kost om zo’n systeem te simuleren en potentieel kun je 250 kleine berekeningen tegelijkertijd doen. Dan zit je al bij het punt waarbij een gewone computer al voorbijgestreefd wordt en bij honderd qubits kan een normale computer dat niet meer, want dan kost het een gewone computer 2100 stappen en dat is zo astronomisch groot dat dat niet in de komende eeuw gaat lukken."
In de huidige opzet van het QuSoft-lab werken er vijftien mensen en dat moet snel uitbreiden naar 25. Het doel is om in vijf jaar tijd zo'n veertig man in dienst te hebben. De vier verschillende onderzoeksrichtingen omvatten qubit-applicaties, kwantumcryptografie, het kunnen verifiëren van uitkomsten uit kwantumcomputers en quantum architectures.
De kwantumcryptografieafdeling moet gaan onderzoeken hoe goede beveiliging tegen kwantumcomputers op te bouwen, maar ook onderzoek doen naar betere, klassieke codes die bestendig zijn tegen kwantumcomputers. Het verificatie-onderzoek is belangrijk omdat uitkomsten van kwantumcomputers niet na te rekenen zijn, iets wat met normale computers nog wel te doen is. Het onderzoek naar kwantumarchitectuur houdt zich bezig met de laag tussen de algoritmes en de fysieke qubits in de kwantumcomputers.
Op dit moment is het lastig om echt te rekenen met kwantumcomputers, omdat ze er eigenlijk niet zijn. "Google heeft het laboratorium uit Santa Barbara opgekocht en kan nu negen qubits maken. Maar dat zijn hardwaremensen en nu moet de software nog komen. Daar gaan wij dan in de toekomst hopelijk weer gebruik van kunnen maken", besluit Buhrman.